Tuesday, January 10, 2017

Canterbury

Oudejaarsavond komen we vrij laat aan op het schiereiland ten oosten van Christchurch. Freedom campen is hier compleet aan banden gelegd en we belanden via de touristinfo op een heel klein campinkje, genaamd de Wilderness Camp in Little Akaroa. We blijken niet de enigen te zijn. Het staat helemaal vol met Nieuw Zeelandse familie- en vriendengroepen. Erg gezellig allemaal. Om 12 uur begint het feest op de camping, maar wij verdwijnen na de champagne heel saai al snel ons bed in. Ongelooflijk dat we na 13 weken reizen nog moe kunnen zijn en een gat in de dag kunnen slapen.
1 januari is het geweldig mooi weer en vermaken ons met een boek, ondertussen loerend naar alle maffe dingen die op de camping gebeuren. Slip & Slide (soort zeepbaan) voor de kids, cricket, rugby. Er wordt heel veel plezier gemaakt met elkaar. En natuurlijk wordt er gezwommen, gevist, gesurft en gevaren. Het lijkt wel of elke Nieuw Zeelander tenminste een boot, een wetsuit, een hengel en een surfboard heeft. De watertemperatuur is heerlijk en ook wij belanden in zee.
Op 2 januari is er een community diner naast de camping, waar ook de campinggasten voor uit zijn genodigd. Het lijkt ons de moeite waard om er bij aan te schuiven en blijven nog een extra nachtje. Een van de mensen die hier een huisje heeft blijkt een bekende kok te zijn. Hij organiseert de handel; geholpen door een grote groep vrijwilligers. De fish and chips vallen wat tegen, maar het is super gezellig.

De inlandse weg naar Kaikoura blijkt open te zijn en ook de eerste whale watch tours zijn weer van start gegaan. We wagen het erop. We willen heel graag Kaikoura zien na de aardbeving van november en ook de walvissen staan hoog op ons verlanglijstje.
De weg is begaanbaar, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Onderweg zien we enorme aardverschuivingen, maar toch is het nog moeilijk te overzien wat de schade is. Eenmaal in Kaikoura horen we dat de bodem tussen de 1 en 8 meter omhoog gekomen is. Het kustlandschap is totaal veranderd. Met hoogwater zijn nu rotsblokken te zien, die anders onder water stonden. Een oude man die aan het water woont vertelt ons er spontaan over. Zijn uitzicht is radicaal veranderd.
Er vliegen af en aan helikopters die water sproeien. Het blijkt geen brand te zijn, maar een manier om de bergen weer schoon te krijgen van gevaarlijke rotsblokken en aardverschuivingen. Aan de bergen hangen ook klimmers; zowel de klimmers als de helikopters krijgen aanwijzingen van ingenieurs zodat de berghellingen min of meer schoongeveegd worden.
De bodem in de haven is dusdanig omhoog gekomen dat de boten alleen nog maar kunnen varen met hoog water. Met laag water wordt de grote whale watch catamaran met een trailer aan de kant gebracht, anders zou hij droog vallen. In plaats van 16 vaarten met 4 boten kan er maar 1 boot varen, die maximaal 3 tochten kan maken.
Het is een super gok of we mee kunnen op een walvisspot tocht. Alle boekers van de afgelopen maanden gaan voor en we staan op een wachtlijst. De hele vakantie hebben we al geluk en nu ook.
We mogen op de 3e tocht mee en zien behalve enkele albatrossen ook een walvis (sperm whale)! Echt te gek.
De wandeling daarna, van de haven over het eiland naar de parkeerplaats is zo mogelijk nog mooier. Het schiereiland van Kaikoura is ongelooflijk mooi. Helemaal nu er nog erg weinig toeristen zijn.

Tot onze verrassing is de kustroute naar Christchurch weer open. Op naar de laatste bestemming.
En ook Christchurch heeft erg te lijden van de aardbevingen, maar dan van 6 jaar geleden. Het is een grote bouwput, met allemaal popup winkeltjes, kunst en restaurantjes.

Het is een hele mooie stad in wording. Het museum voor moderne kunst is top. Na 5 jaar gesloten geweest te zijn (de kelder was een meter verzakt) is de collectie weer te bezichtigen.
Verder genieten we van de laatste dagen mooi weer op de camping. Nog even luieren voordat we de reis van 36 uur naar huis aanvaarden.

Mount Cook



Na de kust van The Catlins gaat de reis weer naar het binnenland.
Op advies van andere reizigers besluiten we om Mount Cook {of Aoraki in Maori) ook vanaf deze kant te bekijken. Eerder was Mt. Cook al zichtbaar bij Lake Matheson in de buurt van de Fox Glacier, maar vanaf deze kant zou het nog mooier worden.
De weersvoorspellingen zijn ons goed gezind; bij Mount Cook belooft het zonnig en warm te worden.


De eerste overnachting is op een freedom site aan de oostkant van Lake Pukaki.
Een kilometerslange onverharde weg brengt ons naar een idyllisch plekje aan het turquoise water
met uitzicht op Mt. Cook. Het is er zo relaxed en weg van alles dat we er nog maar een nachtje aan vast plakken. Heerlijk met een boekje in zomerkleren in de zon. Later wordt het zo heet dat de schaduw hard nodig is. Aan het eind van de warme dag wagen we ons zelfs nog even in het ijskoude water van het gletsjermeer.

Het merengebied staat bekend om de donkere nachten en de plek waar de mooiste sterrenhemels gefotografeerd kunnen worden. 's Nachts proberen ook wij, in de ijskoude lucht, foto's te maken van de prachtige sterrenhemel. Maar dat valt nog niet mee.








Vanaf Lake Pukaki is Mount Cook goed te bereiken als een dagtrip. We gaan wandelen tijdens een prachtige zonnige dag. Dat kan hier ook wel anders zijn.
Tot onze grote verbazing komen we tijdens de geweldige wandeling naar het gletsjermeer Fiona, Mike en de kids weer tegen die we op Stewart Island hebben ontmoet. Ook hier is de wereld klein.

Vanaf Mount Cook moeten we dezelfde weg weer terug. We rijden Lake Pukaki voorbij en komen bij Lake Tekapo. De plaatselijke hotsprings blijken ook een sauna/douchearrangement te hebben. Gauw nog een uurtje badderen om vervolgens snel een slaapplek te zoeken. Hier is het zo mogelijk nog donkerder en we doen 's nachts opnieuw pogingen om de sterrenhemel te fotograferen. Het blijkt echt een vak apart te zijn. We hebben niet de juiste apparatuur bij ons. Maar hoe dan ook, die sterrenhemel staat in ons geheugen gegrift.

Monday, January 09, 2017

Kerst in The Catlins

Het zuid-oosten van het Zuider eiland is een gebied met heel veel wild life. En daar zijn we in geïnteresseerd. Bovendien lijkt daar de zon te schijnen en een kerstdiner buiten in de zon zou toch echt te gek zijn!
Het eerste beest van onze bucket list wordt de zeer zeldzame yellow-eyed pinguïn. Op een rotspartij van versteende bomen staan wij (en met ons vele anderen) lang te wachten tot de eerste gigantische pinguin (ca 70 cm) zich aankondigt. Om stil van te worden en dat wordt hij ook.

De pinguïns zijn erg schuw en het lijkt erop dat hij niet naar zijn nest durft om de jongen te voeden omdat enkele onoplettende toeristen zijn route blokkeren.
Langzamerhand beweegt hij zich richting land; met respect gevolgd door al die aanwezigen. Het is in alle opzichten indrukwekkend. We vragen ons alleen af hoe lang deze situatie hier nog in stand wordt gehouden. Want wat als je je als toerist niet houdt aan de spelregels? In ieder geval zijn de versteende bomen al geplunderd. Grrrr.
We staan met de camper op de parkeerplaats van een camping, met de 'tv' op de Curio Bay. Een baai die als kraamkamer dient voor de Hector dolfijnen. Alweer zo'n bedreigde diersoort die we de volgende dag voorbij zien komen. Het water is te koud om zo in te zwemmen, maar een paar surfers met wetsuit hebben de eer om samen met de dolfijnen in de golven te duiken. Ze komen heel dichtbij en zijn ongelooflijk nieuwsgierig.



Kerstavond staan we samen met een paar andere campers verlaten van de bewoonde wereld; zicht op een prachtig marsh landschap, de kachel aan, glaasje erbij. Wat is dit leven toch heerlijk.
Eerste kerstdag gaat de tocht verder. Af en toe stappen we uit voor een kleine wandeling naar een waterval of strandje. We maken eindelijk een foto van een dode possum op de weg, die in Nieuw Zeeland in grote getale liggen. We stuiten op lepelaars voor we een camping vinden waar we ons diner bereiden. En het is mooi weer!

Sinds tweede kerstdag weten we het verschil tussen seals (zeehonden) en sea lions (zeeleeuwen). Het is erg indrukwekkend en beangstigend als je op het strand staat en er een zeeleeuw zich uit het water opricht en naar je toe komt rennen. Dan doe je echt wel een paar stappen achteruit.
Het strand waar we lopen blijkt een ontmoetingsplaats te zijn voor zeeleeuwen. Meerdere komen elkaar opzoeken om uiteindelijk weer samen weg te zwemmen. Adembenemend spannend en mooi!


De Kerst sluiten we af bovenop een heuvel met zicht op een surfersstrand, net buiten Dunedin.
Doe ons volgend jaar maar weer zulke kerstdagen!


Tuesday, January 03, 2017

Stewart Island

Vol verwachting klopt ons hart. Al in Nederland hebben we een 'great walk' geboekt op het eiland ten zuiden van het Zuider eiland. De boot er naartoe blijkt een verzoeking te zijn, lezen we op Tripadvisor en in de reisgids. Maar ja, daar kom je pas achter als alles geboekt is.
Toch valt de overtocht op de catamaran ons mee, ondanks de deining van enkele meters. Met iets vertraging vanwege de zeer volle boot, landen we veilig op het eiland. Pas later komen we erachter dat de dag van te voren er geen boot gevaren heeft vanwege de enorme storm. Oei, als er hier geen boot vaart, dan is het echt menens. Geen wonder dat wij maar maximaal 50 konden rijden met onze camper. We zwabberden ook letterlijk over de weg.

Nog even ons melden bij het DOC en ons gehuurde kooktoestel ophalen en dan kunnen we. Het is prachtig weer, wat hier een zeldzaamheid schijnt te zijn. De eerste dag is schitterend. Na een aanloop van 5 km start de tramp. We gaan 'up en down' en komen telkens weer op het strand uit. De hut ligt op een geweldige locatie aan zee; beetje jammer dat er ook sandflies verblijven. De andere bewoners van de hut zijn gelukkig wel leuk en we vermaken ons weer prima. Vanwege de vakantie zijn er ook veel kinderen en dat maakt het heel gezellig.


Ook de tweede dag is het mooi weer. Al weer een gelukje. Alleen is deze tocht erg zwaar. Veel modder, veel hoogteverschillen en dwars door het bos over het eiland. Op een gegeven moment is bos ook maar bos en de laatste kilometers moeten we echt doorbijten. Vlak voor de regen losbarst zijn we binnen. We kaarten met onze mede hutbewoners en maken ons met z'n allen zorgen om een familie die er om 20.00 uur nog niet is. Gelukkig komen ze, weliswaar doorweekt, maar levend binnen gestrompeld. De tocht hadden ze uitgezocht omdat het zo vlak leek. Tja, dat dachten wij ook. Die nacht bezorgen ze met hun gesnurk iedereen een slechte nachtrust.

De laatste dag is onvermijdelijk een natte dag. Hans glibbert als de GVR (Grote Vriendelijke Reus) over de modderpaden. Anderen hebben hem tot Hagrid omgedoopt. Het laatste stuk lopen we met Fiona en haar gezin. Kleine Douglas van net 6 jaar oud heeft hele verhalen over Donald Trump en hoe het anders zou moeten. Er is nog hoop!
Het is een totaal andere tocht geworden dan we van te voren in gedachte hadden, met minder afwisselende natuur, maar met heel veel leuke contacten. En ook dat heeft z'n charme.

Southland

Blijkbaar hebben we het te druk met reizen of beschikken we niet vaak genoeg over internet,
want we liggen inmiddels al weken achter met dit blog.
Het is nu al 3 januari en het laatste blog ging over onze belevenissen op 11 en 12 december.
Terug in Te Anau staan we voor de keuze om na de Milford Sound naar het andere beroemde fjord, de
Doubtful Sound, te gaan of deze over te slaan. Vanwege het weer en de toch een beetje tegenvallende
Milford Sound besluiten we door te gaan naar het zuiden, waar het weer wat beter is. Bovendien hoeven we dan ook niet zo te haasten voor Stewart Island.

In Clifden bekijken we een oude houten hangbrug, de eerste over de Waiau rivier, met een overspanning van 111 meter. Zo bijzonder is het nou ook weer niet, maar soms is het wel leuk om iets cultureels te zien :-).
In Orepuki overnachten we op een prachtige 'freedom camp site' aan het strand van Monkey Island. In de middag is het nog heerlijk zonnig zodat we even kunnen zwemmen, maar het
waait er 's nachts zo verschrikkelijk hard dat we de volgende nacht maar op een ander plek gaan staan.

We belanden bij de plaatselijke taveerne waarvan de eigenaar een camping aan het opstarten is. Kamperen is gratis; de eigenaar weet ook wel dat zijn gasten in zijn taveerne voldoende besteden.
Een leegstaand huisje met enkel een stapelbed op het verder lege grasveldje achter het café biedt die nacht een mooie bescherming tegen de harde wind.

Nadat we in de bibliotheek van Riverton onze internet-, en wc-behoefte hebben gedaan zoeken we daarna een plekje op de camping zodat we ook weer eens kunnen wassen en douchen.

Op het schitterende strand, waar we veel steentjes verzamelen en prachtige foto's maken van zeewier, is het ook nog eens erg gezellig. Niet alleen omdat het prachtige weer veel mensen naar het strand heeft gelokt, maar ook de plaatselijke surfwedstrijden lonken. Het geeft een heerlijk vrolijke en relaxte sfeer.
Totaal anders is de camping, of liever woonwagenkamp, in Invercargill, die grotendeels is gevuld met Tokkie-families, en een uitvalsbasis blijkt te zijn van de plaatselijke eenmansbedrijfjes, gezien de bedrijfsauto's die tussen vijf en zes uur 's avonds het terrein op komen rijden.
Invercargill zelf is een leuke stad met veel mooie oude gebouwen.
Om op tijd te zijn voor de boot naar Stewart Island rijden we de volgende dag, tijdens een enorme storm, door naar Bluff en verblijven we daar de laatste nacht op de onbemande camping in de buurt van de haven. Betalen gaat via een 'honesty box'. De enige andere gast is een eenzame oudere man die vrijwel de hele dag blijft zitten staren vanuit zijn personenauto met matras. Een triest gezicht zo vlak voor Kerst.

Contributors

Followers