Tuesday, January 03, 2017

Southland

Blijkbaar hebben we het te druk met reizen of beschikken we niet vaak genoeg over internet,
want we liggen inmiddels al weken achter met dit blog.
Het is nu al 3 januari en het laatste blog ging over onze belevenissen op 11 en 12 december.
Terug in Te Anau staan we voor de keuze om na de Milford Sound naar het andere beroemde fjord, de
Doubtful Sound, te gaan of deze over te slaan. Vanwege het weer en de toch een beetje tegenvallende
Milford Sound besluiten we door te gaan naar het zuiden, waar het weer wat beter is. Bovendien hoeven we dan ook niet zo te haasten voor Stewart Island.

In Clifden bekijken we een oude houten hangbrug, de eerste over de Waiau rivier, met een overspanning van 111 meter. Zo bijzonder is het nou ook weer niet, maar soms is het wel leuk om iets cultureels te zien :-).
In Orepuki overnachten we op een prachtige 'freedom camp site' aan het strand van Monkey Island. In de middag is het nog heerlijk zonnig zodat we even kunnen zwemmen, maar het
waait er 's nachts zo verschrikkelijk hard dat we de volgende nacht maar op een ander plek gaan staan.

We belanden bij de plaatselijke taveerne waarvan de eigenaar een camping aan het opstarten is. Kamperen is gratis; de eigenaar weet ook wel dat zijn gasten in zijn taveerne voldoende besteden.
Een leegstaand huisje met enkel een stapelbed op het verder lege grasveldje achter het café biedt die nacht een mooie bescherming tegen de harde wind.

Nadat we in de bibliotheek van Riverton onze internet-, en wc-behoefte hebben gedaan zoeken we daarna een plekje op de camping zodat we ook weer eens kunnen wassen en douchen.

Op het schitterende strand, waar we veel steentjes verzamelen en prachtige foto's maken van zeewier, is het ook nog eens erg gezellig. Niet alleen omdat het prachtige weer veel mensen naar het strand heeft gelokt, maar ook de plaatselijke surfwedstrijden lonken. Het geeft een heerlijk vrolijke en relaxte sfeer.
Totaal anders is de camping, of liever woonwagenkamp, in Invercargill, die grotendeels is gevuld met Tokkie-families, en een uitvalsbasis blijkt te zijn van de plaatselijke eenmansbedrijfjes, gezien de bedrijfsauto's die tussen vijf en zes uur 's avonds het terrein op komen rijden.
Invercargill zelf is een leuke stad met veel mooie oude gebouwen.
Om op tijd te zijn voor de boot naar Stewart Island rijden we de volgende dag, tijdens een enorme storm, door naar Bluff en verblijven we daar de laatste nacht op de onbemande camping in de buurt van de haven. Betalen gaat via een 'honesty box'. De enige andere gast is een eenzame oudere man die vrijwel de hele dag blijft zitten staren vanuit zijn personenauto met matras. Een triest gezicht zo vlak voor Kerst.

No comments:

Post a Comment

Contributors

Followers