Thursday, July 22, 2010

Malindi

Tsavo East hebben we aan de oostkant van het park verlaten en we zijn doorgereden richting de Indische Oceaan. Hoe meer we de kust naderden, hoe groener het werd. De mensen die hier wonen zijn Swahili; een mix van allerlei nationaliteiten, met veel invloeden van Indiërs, Arabieren en Europeanen.
De bewoners op het platteland wonen in klei-hutten met daken van bananenblad. We kwamen de meest kleurrijke nederzettingen tegen, maar het was moeilijk om te fotograferen. De bewoners zijn totaal anders dan de Maasai. Veel zijn moslim en willen absoluut niet gefotografeerd worden. De massa’s kinderen komen je allemaal begroeten, maar hoe meer we de stad naderden, hoe meer er gebedeld werd. Het platteland oogt rijk, er is in ieder geval genoeg water en er wordt veel verbouwd.
Vlak voor we Malindi binnenreden kwam er ineens een hoop herrie van onder de auto. Na een hele dag gehobbel en gejakker over alleen onverharde wegen was de beschermplaat van de versnellingsbak losgeraakt. Even waren we bang dat we in het donker met een kapotte auto kwamen te staan, maar gelukkig hebben we het stadje bereikt. In Malindi werden we opgewacht door het inmiddels ingeseinde nichtje van Paul. Dankzij haar connecties in de horeca kwamen we in een prachtig maar toch goed betaalbaar hotel. Hier willen we wel een paar nachtjes blijven.
De eerste dag wat gerelaxt om onszelf en de batterijen op te laden en wat fotogeheugen vrij te maken. Het regende de hele dag en veel plekken in de stad waren haast niet te bereiken. Malindi is, ver voor de regen, ook overspoeld door Italianen. Het stikt er van de Italiaanse Vespa tuk-tuks (taxibrommertjes) en ’s avonds zelfs gegeten bij een ware pizzeria. Het was overigens heerlijk.
Woensdag op de markt van Malindi ‘gezwommen’ en stiekem zoveel mogelijk mensen gefotografeerd. Daarna de oceaan bekeken en doorgereden naar de ruïne van een moslimnederzetting uit de 14de eeuw (Gede). Daar hoorde een rondleiding door de vlindertuin bij. Eenmaal binnen bleken de vlinders op een hand te tellen…
Vandaag een kort bezoek gebracht aan Mombasa. Het is leuk om een keer gezien te hebben, maar geen stad om lang te blijven. Het fort Jezus stelt niet veel voor en er is haast niets over van de ‘oude stad’. Wel bijzonder is de mix van allerlei culturen. We hebben heerlijk geluncht in een Arabisch koffiehuis.
Ons verblijf in Malindi was zeer aangenaam, maar nu wel lang genoeg. Deze plek heeft een aantal nadelen: de enorme hitte, de gigantische hoeveelheid (malaria) muggen (die niet meer gevoelig lijken voor de repellent) en het sekstoerisme. Dat laatste is wel heel erg. Veel oude Europeanen (mannen en vrouwen) die hier op zoek gaan naar een gekleurd speeltje. Het is echt walgelijk.

Na een week reizen weten we inmiddels wel wat de gemiddelde snelheid op de hoofdwegen is. Vandaag voor de zoveelste keer onze plannen bijgesteld.
We hebben besloten om toch maar de ‘snelweg’ te nemen richting Nairobi om uiteindelijk bij Lake Nakuru uit te komen. Het is een behoorlijke afstand waar we wel twee dagen over gaan doen. Weer terug naar de koelte, de bergen, de de muggenloze natuur. Naar het land van de Kikuyu’s, waar Paul vandaan komt.

Contributors

Followers