Tuesday, January 03, 2017

Stewart Island

Vol verwachting klopt ons hart. Al in Nederland hebben we een 'great walk' geboekt op het eiland ten zuiden van het Zuider eiland. De boot er naartoe blijkt een verzoeking te zijn, lezen we op Tripadvisor en in de reisgids. Maar ja, daar kom je pas achter als alles geboekt is.
Toch valt de overtocht op de catamaran ons mee, ondanks de deining van enkele meters. Met iets vertraging vanwege de zeer volle boot, landen we veilig op het eiland. Pas later komen we erachter dat de dag van te voren er geen boot gevaren heeft vanwege de enorme storm. Oei, als er hier geen boot vaart, dan is het echt menens. Geen wonder dat wij maar maximaal 50 konden rijden met onze camper. We zwabberden ook letterlijk over de weg.

Nog even ons melden bij het DOC en ons gehuurde kooktoestel ophalen en dan kunnen we. Het is prachtig weer, wat hier een zeldzaamheid schijnt te zijn. De eerste dag is schitterend. Na een aanloop van 5 km start de tramp. We gaan 'up en down' en komen telkens weer op het strand uit. De hut ligt op een geweldige locatie aan zee; beetje jammer dat er ook sandflies verblijven. De andere bewoners van de hut zijn gelukkig wel leuk en we vermaken ons weer prima. Vanwege de vakantie zijn er ook veel kinderen en dat maakt het heel gezellig.


Ook de tweede dag is het mooi weer. Al weer een gelukje. Alleen is deze tocht erg zwaar. Veel modder, veel hoogteverschillen en dwars door het bos over het eiland. Op een gegeven moment is bos ook maar bos en de laatste kilometers moeten we echt doorbijten. Vlak voor de regen losbarst zijn we binnen. We kaarten met onze mede hutbewoners en maken ons met z'n allen zorgen om een familie die er om 20.00 uur nog niet is. Gelukkig komen ze, weliswaar doorweekt, maar levend binnen gestrompeld. De tocht hadden ze uitgezocht omdat het zo vlak leek. Tja, dat dachten wij ook. Die nacht bezorgen ze met hun gesnurk iedereen een slechte nachtrust.

De laatste dag is onvermijdelijk een natte dag. Hans glibbert als de GVR (Grote Vriendelijke Reus) over de modderpaden. Anderen hebben hem tot Hagrid omgedoopt. Het laatste stuk lopen we met Fiona en haar gezin. Kleine Douglas van net 6 jaar oud heeft hele verhalen over Donald Trump en hoe het anders zou moeten. Er is nog hoop!
Het is een totaal andere tocht geworden dan we van te voren in gedachte hadden, met minder afwisselende natuur, maar met heel veel leuke contacten. En ook dat heeft z'n charme.

Southland

Blijkbaar hebben we het te druk met reizen of beschikken we niet vaak genoeg over internet,
want we liggen inmiddels al weken achter met dit blog.
Het is nu al 3 januari en het laatste blog ging over onze belevenissen op 11 en 12 december.
Terug in Te Anau staan we voor de keuze om na de Milford Sound naar het andere beroemde fjord, de
Doubtful Sound, te gaan of deze over te slaan. Vanwege het weer en de toch een beetje tegenvallende
Milford Sound besluiten we door te gaan naar het zuiden, waar het weer wat beter is. Bovendien hoeven we dan ook niet zo te haasten voor Stewart Island.

In Clifden bekijken we een oude houten hangbrug, de eerste over de Waiau rivier, met een overspanning van 111 meter. Zo bijzonder is het nou ook weer niet, maar soms is het wel leuk om iets cultureels te zien :-).
In Orepuki overnachten we op een prachtige 'freedom camp site' aan het strand van Monkey Island. In de middag is het nog heerlijk zonnig zodat we even kunnen zwemmen, maar het
waait er 's nachts zo verschrikkelijk hard dat we de volgende nacht maar op een ander plek gaan staan.

We belanden bij de plaatselijke taveerne waarvan de eigenaar een camping aan het opstarten is. Kamperen is gratis; de eigenaar weet ook wel dat zijn gasten in zijn taveerne voldoende besteden.
Een leegstaand huisje met enkel een stapelbed op het verder lege grasveldje achter het café biedt die nacht een mooie bescherming tegen de harde wind.

Nadat we in de bibliotheek van Riverton onze internet-, en wc-behoefte hebben gedaan zoeken we daarna een plekje op de camping zodat we ook weer eens kunnen wassen en douchen.

Op het schitterende strand, waar we veel steentjes verzamelen en prachtige foto's maken van zeewier, is het ook nog eens erg gezellig. Niet alleen omdat het prachtige weer veel mensen naar het strand heeft gelokt, maar ook de plaatselijke surfwedstrijden lonken. Het geeft een heerlijk vrolijke en relaxte sfeer.
Totaal anders is de camping, of liever woonwagenkamp, in Invercargill, die grotendeels is gevuld met Tokkie-families, en een uitvalsbasis blijkt te zijn van de plaatselijke eenmansbedrijfjes, gezien de bedrijfsauto's die tussen vijf en zes uur 's avonds het terrein op komen rijden.
Invercargill zelf is een leuke stad met veel mooie oude gebouwen.
Om op tijd te zijn voor de boot naar Stewart Island rijden we de volgende dag, tijdens een enorme storm, door naar Bluff en verblijven we daar de laatste nacht op de onbemande camping in de buurt van de haven. Betalen gaat via een 'honesty box'. De enige andere gast is een eenzame oudere man die vrijwel de hele dag blijft zitten staren vanuit zijn personenauto met matras. Een triest gezicht zo vlak voor Kerst.

Contributors

Followers